De Neerkant

[Kronieken 1970-1980]

De Neerkant + 2 cd
Kronieken 1970-1980, biografische roman, muziekgeschiedenis
omslagillustratie Peter van Dongen
cd ‘De Neerkant’ 66.21,
cd Doe Maar ‘De eerste jaren’ 68.29
genaaid gebrocheerd met flappen, geïll. met zwart-witfoto’s en kleurkatern van 8 blz. 424 blz.
Eerste uitgave 2017; tweede druk 2018
ISBN 978-90-6265-948-7, € 29,50

Na de eerste uitgave van De Overkant in 1985, schrijft Ernst Jansz een jaar later voor zichzelf De witte kamer, een toekomstroman waarin hij zijn eigen geschiedenis, van de jaren zeventig van de twintigste eeuw, optekent als de 75-jarige Estimo Jara in 2024. Nu Ernst Jansz dichter bij de leeftijd van zijn alter ego is gekomen, kan de vraag gesteld worden: is hij nu wie hij toen dacht te zullen zijn? De 23 hoofdstukken van De witte kamer wisselen als spiegels de evenzovele kronieken af die in De Neerkant worden verteld, herinneringen aan de roerige jaren zeventig, de hippietijd, vanaf het aanvankelijke communeleven met CCC op de Boerderij tot en met de eerste jaren van Doe Maar van 1978 tot 1980. Vele foto’s in zwartwit en kleur larderen dit verhaal over een leven in de muziek met alles erop en eraan: liedjes en liefjes, vrienden en toch ook eenzaamheid. De Neerkant sluit daarmee naadloos aan op zijn boek Molenbeekstraat uit 2006 dat in december 1969 eindigt met het vertrek uit Amsterdam van CCC naar de Boerderij in Neerkant op de grens van Noord-Brabant en Limburg.

Zoals alle boeken van Ernst Jansz bevat ook De Neerkant een gelijknamige cd, de soundtrack bij het boek, met 18 nieuwe nummers. Als bonus is exclusief voor de boekuitgave De Neerkant de cd Doe Maar De eerste jaren toegevoegd, met 12 Doe Maar-nummers uit 1978 (met Carel Copier, Piet Dekker en Jan Hendriks), waarvan 6 niet eerder op plaat zijn verschenen, en 6 covers uit 1979 van Jamaicaanse reggaenummers.


Peter van Dongen verzorgde het artwork.

RECENSIES

«Mooie en gevoelige reis door de zeventiger jaren.
Alhoewel Ernst Jansz bij het grote publiek vooral bekend zal zijn als lid van de populaire groep Doe Maar heeft hij inmiddels ook een behoorlijke hoeveelheid boeken op zijn naam staan. Veelal autografische boeken die een gedeelte van zijn leven beschrijven. De Neerkant is een mooie nieuwe loot aan de steeds groter wordende stam. Het beschrijft het leven van Ernst Jansz in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen hij samen met een aantal muzikanten waarmee hij speelde in de band CCC Inc. en andere gelijkgestemden neerstreek in een boerderij in Brabant, genaamd De Neerkant. Op een mooie wijze dist Ernst Jansz zijn herinneringen op aan deze voor hem zeer bepalende periode in zijn leven. Het idealistische uitgangspunt om op een mooie en harmonieuze wijze samen te leven in een commune blijkt in de praktijk lastig en weerbarstig. Maar niet alleen deze periode wordt beschreven ook grijpt hij terug op eerdere gebeurtenissen in zijn leven die bepalend zijn geweest voor wie hij geworden is. De kronieken 1970-1980 zoals Jansz zijn boek als ondertitel heeft meegegeven worden trouwens afgewisseld met delen uit de roman De witte kamer die nooit eerder is gepubliceerd. Het is een roman die Jansz al veel eerder schreef en waarin hij de hoofdpersoon Estimo Jara in 2024 laat terugkijken op de jaren zeventig.

Geslaagde ode aan een bijzondere tijd en plek en inspirerende mensen.
De Neerkant is een behoorlijk ambitieus project te noemen. Het woord gesamtkunstwerk is wellicht wat zwaar aangezet. Maar toch dekt dit bijna de lading. Naast de persoonlijke herinneringen en de roman, bevat De Neerkant ook een album op CD met 18 nummers die als soundtrack bij het boek dienen en ook nog eens 18 demo’s uit de beginjaren van Doe Maar. Gelukkig zit de ambitie nergens in de weg en is De Neerkant zeer geslaagd te noemen. Dat Ernst Jansz kan schrijven heeft hij uiteraard al eerder bewezen. En in De Neerkant komen zijn kwaliteiten als schrijver, songwriter en muzikant volledig tot zijn recht. En alhoewel De Neerkant als commune inmiddels niet meer bestaat, neemt de plaats nog altijd een centrale plek in het leven van Ernst Jansz in. Nog steeds woont hij op deze betekenisvolle plek waar hij veel lief en leed gedeeld heeft. Zowel de CD als het boek, dat trouwens mooi is uitgegeven en een zeer aansprekende omslag heeft gekregen, gemaakt door Peter van Dongen, is een ode aan een mooie plek en inspirerende mensen die er wonen en gewoond hebben.
Ernst Jansz – De Neerkant is gewaardeerd met ★★★★★ (uitstekend)»
– Allesoverboekenenschrijvers.nl, Theo Jordaan, 10 oktober 2017

«‘De Neerkant’ is een zeer lezenswaardig boek dat de jaren zeventig-tachtig op interessante wijze weergeeft. De vele prachtige foto’s in zwart-wit maken het sfeerbeeld compleet!» – Jouster Courant, Koos Schulte, 14 februari 2018

«Ernst Jansz heeft een heerlijk boek geschreven.» – Vinyl, 26 juni 2018

«Dit boek is méér dan een belangrijk stuk popgeschiedenis. Jansz kijkt ook terug op zijn complexe verhouding met zijn ouders, op het Indische familieverleden, op de meisjes en de vrouwen in zijn leven. Verschillende perspectieven wisselen elkaar af in deze mooie memoires en dat werkt goed.» – Maarten Steenmeijer

«‘Daar werd wat groots verricht!’
Een dubbeltalent heeft het niet makkelijk. Waarmee hij ooit beroemd is geworden, zal zijn andere talent in de schaduw zetten. Ernst Jansz is muzikant én schrijver. Noem je zijn naam dan valt steevast ‘Doe Maar’, de band waarmee hij in Nederland wereldberoemd werd. Dat Ernst Jansz meerdere boeken heeft geschreven is, verbazingwekkend genoeg, minder bekend. Met biografieën over popmuzikanten kun je hele bibliotheken vullen. Fans en kenners buigen zich maar al te graag over de vaak heftige levens van hun helden. Mocht een muzikant het boek zelf geschreven hebben, kun je er vergif op innemen dat er een ghostwriter achter zat. Ernst Jansz is wat dit betreft de uitzondering die de regel bevestigt. Hij is schrijver van een oeuvre, een reeks autobiografische romans, ooit begonnen met Gideons droom. Dat debuut, volgens sommigen een jeugdzonde, waaraan hij ergens in 1980 begon, schreef hij 2 jaar nadat de band Doe Maar werd opgericht. Het boek werd met gemengde gevoelens ontvangen. De overkant (1985) zorgde echter voor unanieme waardering. En het ‘vervolg’ Molenbeek- straat (2006) liet de auteur wellicht op z’n best zien. Hij beschreef niet alleen zijn eigen le- ven en liefdes, leerde ons welke liedjes daaraan verbonden waren, maar incorporeerde ook op magistrale wijze het unieke verhaal van zijn ouders. Hierdoor kreeg de roman ook historisch belang, vooral door zijn eerbetoon aan de levenslange strijd van zijn vader tegen recht en onrecht. Vervolgens verscheen Dromen van Johanna (2010) waarin Jansz in brief- vorm zijn grote voorbeeld Dylan eert én met zijn teksten worstelt. Een bijzonder boek dat verder gaat dan eerbetoon. Hier komt tekstschrijver Jansz aan bod en zijn gevecht met de woorden, het rijm en de vertaling daarvan.
En nu is De Neerkant uit. Wederom een boek dat van muziek is voorzien, net zoals zijn voorgangers. Waarin Jansz zijn leven verslaat en ook dat van CCC Inc. , de band waarmee alles is eigenlijk begonnen. Zonder CCC Inc. immers geen Doe Maar. En iedere fan zal weer geneigd zijn vliegensvlug het boek te gaan lezen over de toen nog prille muzikant… Maar Ernst Jansz vond dat te simpel en voorspelbaar. Hij legde de lat hoger, wilde meer. De roman gaat hierdoor verder dan zijn persoontje, wil ook een tijdsbeeld bieden, maar ook een reflectie op het nu zijn. En daarin slaagt hij met De Neerkant.
Al in 1985 schreef de auteur aan deze roman. De weerslag daarvan vinden we terug in De witte kamer, een toekomstroman die zich in 2024 afspeelt. In 23 hoofdstukken gaf hij vorm aan de jaren zeventig van de vorige eeuw. Zijn 75-jarige alter ego noemde hij Estimo Jara. Een leeftijd die Jansz inmiddels met rappe schreden nadert. Waarheid en fictie wisselen elkaar dus af in deze roman.
Wie het meer om zijn leven gaat wordt in ruime mate beloond. De weemoedig makende romantische tijd van de Seventies, de boerderij te Neerkant waar hij belandde, het leven aldaar in een commune met CCC Inc. Het wordt volledig tot leven gewekt, inclusief de liefde en de eenzaamheid. Zelfs de aanloop tot, en de eerste jaren van, Doe Maar worden eerlijk en helder beschreven. Toch is het boek veel meer dan dat…
Al op de eerste pagina van de roman noteert Jansz een theorie over tijd en de beleving ervan. Met name van de Indo en de Hollander. Meteen verbindt hij die stelling met het citaat ‘Daar werd wat groots verricht!’ Zo weet de lezer dat zowel zijn afkomst als de koloniale geschiedenis een rol in het boek gaan spelen. Hierbij zal hij scherp zijn, al komt er ook humor aan te pas. Zoals in de regels: ‘Omgekeerd gaat het leven voor de Indo hier in Nederland als een razende aan hem voorbij, zonder dat hij en zijn lichaam daar in dat tempo daadwerkelijk deel van uitmaken. Dat wil niet zeggen dat hij niet ouder wordt. Het gaat gewoon langzamer.’
We lezen vervolgens over de dood van zijn vader, het opbloeien van zijn moeder en het haar verlaten in 1969 door naar Neerkant te gaan. Als in gesprek met de lezer schrijft hij ‘Het is gebeurd. Ik ben weer gaan schrijven.’ Alsof het buiten hem om gaat. Alsof het een ongelukje is. Daarna neemt hij zichzelf in de maling door de reacties van vrienden en zijn zus neer te pennen. ‘Toch niet weer over het verleden. Toch niet weer al die meisjes.’ Zakelijk vervolgt de auteur dat zijn moeder ten grave is gedragen en dat het grote huis voorheen, dus in de hippietijd, ‘de Boerderij’ genaamd, is verbouwd. Alle kamers waar de hippies uit Amsterdam ooit woonden zijn schoongemaakt en verbouwd. En zijn lieve nicht Nel is overleden en met de herinneringen aan haar gaan we nogmaals terug naar het verleden, zijn liefde voor haar en de mail erover in het heden. We leren de jonge Ernst kennen als vogelkenner en liefhebber en belanden dan heel onverwacht via een floppy uit 1986 in zijn, op een Commodore 64 geschreven, roman De witte kamer. In het erbij horende lettertype… In zes pagina’s zet hij een hele wereld, wat zeg ik diverse werelden neer. Juist die afwisseling van toon en onderwerp maakt deze roman zo interessant. Het doet denken aan de muzikant die net zo makkelijk piano als wasbord speelt.
In hoofdstuk drie worden ook foto’s tot de roman toegelaten. Even lijkt het boek op een traditionele autobiografie. Al is het er dan wel een met een literaire toon… Dagboekfragmenten vullen de op melancholieke toon geschreven eerste anderhalve pagina. Direct stap je de zeventiger jaren binnen, het kleine wereldje van popmuzikanten en hun passie voor muziek en de hoop op een andere, betere wereld. Naadloos sluiten de verschillende tekstgedeeltes op elkaar aan, ook al zitten er soms decennia tussen waarin ze werden geschreven. Jansz laat zien dat hij in ieder geval weinig is veranderd. Hoogstens is hij ouder en wijzer geworden. En zijn engagement heeft onder zijn grote successen niet geleden. Want ook het milieu en andere tenenkrommende zaken komen in deze roman ter sprake.
‘Herinneringen zijn hersenschimmen,’ betoogt Jansz tegen het einde van de roman. ‘De waarheid bestaat niet. De werkelijkheid wel, maar die is voor iedereen anders.’ De werkelijkheid van Ernst Jansz is voor mij als lezer genoeg. Zonder iets te verbloemen deelt hij in deze roman zijn leven met ons. Zijn welgekozen woorden, verhalen, anekdotes en gedachten zet de lezer aan tot mijmering over zichzelf en de wereld. Die van toen en die van nu. Niet vaak lukt dat een schrijver. Samen met de bijgeleverde muziek (op 2 cd’s), het kleurenkatern, de songteksten en de superbe omslag van niemand minder dan Peter van Dongen vormt het geheel een geschenk van de schrijver aan de lezer. Aan u om dat te ontvangen en ervan te genieten.»
– Ezra de Haan, 7 maart 2018