Skunk
Opgenomen juni/september 1980 in de BMI Studio’s, Weert
Techniek: Peter Vincent
Productie: Doe Maar en Peter Vincent
Carel Copier: drum, zang
Jan Hendriks: gitaar, zang
Ernst Jansz: toetsen, zang
Henny Vrienten: bas, zang
en
Joost Belinfante: toeters, mondharmonica, neusfluit, zang
Tracklist (klik voor de teksten van Ernst Jansz op de betreffende tracks)
- Sinds 1 dag of 2 (32 jaar) (H.Vrienten)
- Te laat (C.Copier)
- Bella Donna (J.Hendriks)
- Smoorverliefd (H.Vrienten)
- Nederwiet (J.Belinfante)
- Nix voor jou (J.Belinfante/C.Copier)
- Mis (E.Jansz)
- Ruma Saja (E.Jansz)
- De laatste x (H.Vrienten)
- Dansen met Alice (E.Jansz)
Ernst Jansz:
Na het vertrek van Piet Dekker leek het erop dat Doe Maar ter ziele zou gaan. Er moesten echter nog een aantal optredens worden afgewerkt en er was een contract voor een volgende plaat. Aanvankelijk had ik Henny Vrienten, gitarist ten tijde van de Rumbones, gevraagd of hij bij ons wilde komen bassen. ‘Leuke muziek’, was zijn commentaar, ‘maar dat Nederlandstalig…’. Zo leek een vroegtijdig einde onafwendbaar. Joost Belinfante was redder in de nood. ‘Ik wil die optredens wel doen’, zei hij, en hoewel hij nog nooit op een basgitaar gespeeld had, gingen we aan de slag. Joost was een meester in het weglaten van de eerste tel (later een van onze handelsmerken) en zijn basspel was werkelijk uniek. Voor de plaat schreef hij een drietal Nederlandstalige nummers: Nederwiet, Wegwerpaansteker en Ochtendhumeur. We bedachten dat deze plaat louter reggae en ska zou moeten bevatten en bewerkten een paar oorspronkelijke punknummers, Mis en het door Carel geschreven Te laat, tot ska. Die twee termen zouden uiteindelijk leiden tot de naam van de plaat: Skunk: ver-ska-de punk. In de tussentijd kwam er een verrassend bericht: Henny wilde toch meedoen. Toen ik hem opzocht in zijn huis in Tilburg had hij daar in enkele dagen 3 nummers geschreven: 32 Jaar, Smoorverliefd en De laatste x (na Nederbiet en Nederwiet begonnen we de taal radicaler te vernederlandsen en te vereenvoudigen, keer werd x, niks werd nix, het werd ut, enz.). Ze klonken fantastisch, compleet met koortjes en synthesizer partijen, maar met een nog enigszins verlegen in het Nederlands zingende Henny Vrienten. Wij ruilden er maar al te graag Man-o-man, Wegwerpaansteker en Ochtendhumeur er voor in. Nederwiet wilden we per se bewaren en zo hadden we op deze plaat 4 leadzangers: Henny, Carel (Te laat, Nix voor jou) Ernst (Mis, Ruma Saya, Alice) en Joost (Nederwiet). Henny speelde de baspartijen opnieuw in: ‘Joost, is dit ook goed?’ toen de beroemde basloop van Nederwiet uit de speakers rolde. Tot diep in de nacht bleven we in de studio, konden geen genoeg krijgen van de koortjes, de gitaar- en synthesizer partijen die een voor een op de band terecht kwamen.
En we voelden het allemaal: dit was het.
Er zijn veel lezingen over het tot stand komen van de Doe Maar kleuren. Feit is, dat we al in 1979 experimenteerden met stickers met ons ‘eigen lettertype in verschillende kleurencombinaties, waarvan er dus één op de eerste hoes over de blote piemel van Piet terecht is gekomen.
1979, verschillende Doe Maar stickers.
Jan herinnert zich dat Henny op een bord de diagonaal tekende met daarin onze naam. We waren het erover eens dat de kleuren zo opvallend mogelijk moesten zijn. Vloekende kleuren (nu bestaan ze niet meer) heette dat in die tijd, kleuren die eigenlijk niet gecombineerd mochten worden. Ze moesten van 100 meter af te zien zijn. ‘Dan heb ik nog wel wat’, zei Henny en de volgende dag kwam hij met 3 flesjes fluorescerende inkt aanzetten.