Volume VII
[1984]
Van Beusekom
zou Jaap’s plaat worden. Hij had, nadat hij een aantal jaren als pedal-steelgitarist bij Electric Tear had gespeeld, veel solo opgetreden en daarbij genoeg repertoire verzameld voor een lp en wij gingen hem begeleiden. De plaat mocht worden opgenomen bij Telstar, omdat men zich daar, na het succes van Doe Maar, wel een slippertje kon veroorloven, zei men, mits ik de plaat zou produceren. Dat is ook gebeurd. De opnames vonden plaats in de Milestone Studio in Borgharen, Limburg, jan/feb 1984, met technicus Pierre Beckers.
Het waren de jaren tachtig, de jaren van de synthesizer. Die kreeg dan ook, met de samenzang, een opvallende plaats in dit tot op de dag van vandaag modern klinkend album. Waar Jaap het repertoire mocht kiezen en zingen, is dit in mijn ogen vooral de plaat van Joost, die naar hartelust experimenteerde met geluiden en vreemde samenzang.
De cd opent met een oud liedje: Colinda, bekend als The French Song van Lucille Starr, Franstalig, waarvan we de tekst nergens konden vinden, dus bedachten we, zoals dat gaat, zelf enkele strofen.
Track 2 is een nummer van Jimmy Cliff, de reggaezanger die, met Toots and the Maytals, de grootste invloed heeft gehad op Doe Maar. We spelen het nummer in een eigenzinnige versie met wasbord en tuba en experimenteren met het en masse weglaten van de eerste tel.
Bij Dark As A Dungeon (tr.3), een klassieker over het leven in de kolenmijnen, aanvankelijk alleen vertolkt door Jaap op gitaar, haalde Joost bij het indubben in de studio van Johnny Hoes de meest wonderlijke geluiden uit zijn synthesizer: het knarsen en piepen van de wielen van kolentreinen. Bij de daarna uit zijn hoge hoed getoverde perfecte waterdruppel in diverse toonsoorten, zaten we zo gebiologeerd te luisteren, dat we de opnameband te lang lieten doorlopen en zo een gedeelte van de gitaarpartij van het volgende nummer, op hetzelfde spoor, uitwisten. Knoppen als undo record of oeps! Bestonden nog niet en zo loopt dus nu Dark As A Dungeon naadloos over in Dylan’s Knockin’ On Heavens Door (tr.4), en wordt daar de gitaarpartij langzaam ingeschoven.
Bij Fishin’ Blues (tr.7) improviseerde Joost vrijwel alle koorstemmen en probeerden wij die zo goed en zo kwaad als het ging ter plekke uit te voeren. Er was geen leadtrack van de gitaar, dus zakten wij gedurende het nummer eensgezind naar een andere toonsoort, wat het nummer iets onwezenlijks geeft.
Last Change (tr.8, zie ook Vol.XI tr.3) is een perfecte mix van synthesizer en folk, evenals het indrukwekkende Portland Town (tr.9, zie ook Vol.I tr.4), oorspronkelijk een anti-oorlogslied uit 1957 van Derrol Adams, genoemd naar diens geboortestad Portland, Oregon, en handelend over de oorlog in Korea. Saillant detail is dat wij de synthesizer-sequences, puristen als we waren, één voor één met de hand inspeelden.
Vanzelfsprekend nam Joost alle blazerspartijen, wrang en wringend, voor zijn rekening.
De eindmix deed ik samen met toenmalige Doe Maar-technicus Erwin Musper, die mede verantwoordelijk is voor de heldere sound.
tracklist
1. Colinda (trad.)
2. The Harder They Come (Cliff)
3. Dark As A Dungeon (Travis)
4. Knockin’ On Heavens Door (Dylan)
5. Marquise 2 (CCC)
6. Louise (Siebel)
7. Fishin’ Blues (Thomas)
8. Last Change (trad.)
9. Portland Town (Adams)
10. (Part of) No Difference (Robertson)
Joost Belinfante: viool, synthesizer, toeters, el.gitaar (9), percussie, samenzang
Jaap van Beusekom: zang, gitaar (6), 5-snarige banjo, dobro, steelgitaar
Ernst Jansz: wasbord, toetsen, accordeon, bastrommel, steeldrum, synthesizer bas, samenzang
Jan Kloos: ak. en el. gitaar
Huib Schreurs: mondharmonica, concertina, samenzang
techniek: Pierre Beckers
dubs en mix (Telstar Studio, Weert): Erwin Musper
productie en mastering: Ernst Jansz
hoesfoto: Jaap van Beusekom